De derde eeuw

'Naar de bronnen van het Christendom'


Hoofdstuk 12 - De derde eeuw

© Jos Stollman 2010


Een nieuwe kijk op diverse stromingen

Tertullianus Tot halverwege de twintigste eeuw kenden we de christelijke stromingen die door Irenaeus en de andere Apologeten ('verdedigers' van de rechte leer), zoals Hippolytus en Tertullianus, bestreden werden uitsluitend uit de geschriften van deze figuren. Door het werk van met name Irenaeus konden we ons een beeld vormen van het gedachtegoed der Valentinianen en andere gnostische sekten, zij het door de bril van een felle bestrijder. Dankzij de vondst bij Nag Hammadi staat ons nu een uitgebreid aantal geschriften van die bewegingen zelf ter beschikking. Daaruit is duidelijk geworden dat er vele stromingen naast elkaar bestaan hebben, vele daarvan vonden hun oorsprong in de tweede eeuw en bleven ook in derde eeuw wijdverbreid.

Pluriformiteit

In die derde eeuw bemoeilijkten de splitsing van het Romeinse Rijk in twee delen, een westelijk rijk met Rome als hoofdstad en een oostelijk rijk met Byzantium (het huidige Istanboel) als hoofdstad en de grote interne onrust in het hele imperium een verder proces van uitwisseling van denkbeelden. Dit beperkte uiteraard ook de botsingen tussen de diverse ideeënwerelden.
Manichese priestersWe kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe divers de christelijke stromingen waren. De versnippering die we tegenwoordig kennen is weliswaar groot maar de diversiteit was in de tweede en derde eeuw beslist veel groter. Vrijwel alle christelijke stromingen van tegenwoordig vinden hun oorsprong in de orthodoxe kerk die in de vierde eeuw zijn credo formuleerde bij het concilie van Nicea (325), terwijl in de eeuwen daarvoor de visies op Jezus veel sterker van elkaar afweken, van de eenvoudige wijze mens uit het evangelie volgens Thomas tot de eniggeboren zoon van God uit het evangelie van Johannes. En alle visies daartussen werden uitgedragen door één van de vele christelijke sekten uit die pluriforme begintijd. Zo waren er Quatrodecimanen, Montanen, Manicheeërs (Augustinus was een tijd aanhanger van deze richting!), Marcionieten, Ebionieten, Nazorenen, Elkesaieten, Kerinthianen, Monarchianen, Modalisten, Valentinianen, Melitianen, Donatisten, Pelagianen... en allen beschouwden ze zichzelf als de erfgenamen van de ideeën van Jezus. Wie weet zouden alle Jezusbeelden in de marge van de geschiedenis verdwenen zijn of zouden er meer visies overleefd hebben als er niet een beslissende ommekeer bewerkstelligd was door een Romeinse keizer die de eenheid in het grote wereldrijk wenste te herstellen. In zijn streven naar een verenigende religie voor het hele rijk liet hij zijn oog vallen op het christendom. Daarbij moest uiteraard wel nog het een en ander geregeld worden met betrekking tot de eenheid van visie op Jezus.

Terug naar de Inhoud